Verlaging gebruikelijk loon bij omzetdaling

Aanmerkelijkbelanghouders die te maken krijgen met een omzetdaling over het jaar 2020 en 2021, mogen van een lager gebruikelijk loon uitgaan. Het lager gebruikelijk loon moet evenredig zijn met de omzetdaling. Daarbij wordt de betreffende periode in 2020 of 2021 vergeleken met dezelfde periode in 2019. Voor 2021 geldt een extra voorwaarde: in 2021 moet ten opzichte van 2019 sprake zijn van tenminste 30% omzetverlies.

2020

Voor 2020 gelden de volgende voorwaarden:

  • De rekening-courantschuld van de DGA of het dividend mag niet toenemen als gevolg van het lagere gebruikelijk loon.
  • Als de aanmerkelijkbelanghouder in werkelijkheid een hoger loon heeft gehad dan volgt uit onderstaande berekening, dan geldt dat hogere loon. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een bv voor de AB-werknemer gebruikmaakt van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor behoud van Werkgelegenheid (NOW). Een eventuele uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) vormt geen genoten loon uit de dienstbetrekking en heeft daarom geen gevolgen voor het gebruikelijk loon.
  • De regeling geldt niet voor zover de omzet in het jaar 2019, 2020 of 2021 is beïnvloed door bijzondere zaken, zoals een oprichting, staking, fusie, splitsing of bijzondere resultaten.

De verlaging van het gebruikelijk loon hoeft niet te worden afgestemd met de Belastingdienst.

Gebruikelijk loon 2020 = A x B/C
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet (exclusief btw) over de 1e 4 kalendermaanden van 2020
C = de omzet (exclusief btw) over de 1e 4 kalendermaanden van 2019

2021

De regeling geldt ook voor het jaar 2021, met als extra voorwaarde dat in 2021 ten opzichte van 2019 sprake moet zijn van een omzetverlies van tenminste 30%.

Gebruikelijk loon 2021 = A x B/C. (Als B/C kleiner dan of gelijk aan 0,70 is.)
A = het gebruikelijk loon over 2019
B = de omzet (exclusief btw) over heel 2021
C = de omzet (exclusief btw) over heel 2019

Deel dit artikel