Studiekosten vergoeden geeft werkgevers voordeel

Opleidingen kunnen mensen verder brengen. Soms lees je mooie verhalen over hoe opleidingen personeelsleden verder brengen Zo las ik deze week in het FD dat de commercieel directeur van de Action haar carriere daar ooit gestart is met een tijdelijke baan als vakkenvuller. Maar een opleiding kost geld en dan komt de vraag op: kan je daar als werkgever nog fiscaal vriendelijk aan bijdragen?

Als de werknemer de studie zelf betaalt, kunnen alleen de noodzakelijke kosten als collegegeld en boeken worden afgetrokken met een drempel van € 250. Er zijn echter kosten die niet afgetrokken mogen worden; kosten voor een laptop, tablet of printer, reiskosten, rente over een studieschuld en de inrichting van de studeerkamer.

Als werkgever kan je de reiskosten voor de studie onbelast vergoeden tegen € 0,19 per kilometer. De laptop die zakelijk wordt gebruikt mag ook onbelast voor de studie gebruikt worden. Het rentevoordeel van een renteloze lening voor de studie wordt niet gezien als loon. Als de werknemer ook af en toe thuiswerkt, ben je als werkgever verplicht op grond van de arbo-wetgeving zorg te dragen voor een goede werkplek. Een bureau, stoel en tweede scherm verstrekken of vergoeden kan dan ook onbelast.

Bij een duurdere studie van bijvoorbeeld € 6.000 per jaar, kan je de afspraak maken voor inhouding op het brutoloon van de werknemer. Deze inhouding leidt ertoe dat je als werkgever minder werkgeverslasten betaalt. Stel je spreekt af dat je het maandelijkse bedrag van € 500 samen deelt. Je betaalt € 500 aan de opleiding en houdt € 250 in op het brutoloon. Als werkgever draag je dan ongeveer € 50 minder premies af per maand. Deze afspraak kost je dus geen € 250, maar € 200 per maand.

Wat de inhouding van € 250 bruto de werknemer kost? Dat vereist met de huidige ingewikkelde regelingen eigenlijk een studie wiskunde aan de TU. Om toch enige indicatie te geven: bij een werknemer met een bruto jaarsalaris van € 40.000 is een inhouding van € 250 bruto ongeveer € 130 per maand netto minder. Bij een werknemer met een bruto jaarsalaris van minder dan € 21.000 kost inhouding van € 250 bruto ongeveer € 240 netto. Als deze werknemer vervolgens het lagere bruto inkomen invoert bij het aanvragen van toeslagen en kindgebonden budget, dan kan het gebeuren dat de toeslagen ineens toenemen met € 150 per maand.

Studenten met recht op studiefinanciering en/of een OV-kaart mogen niets aftrekken in hun aangifte inkomstenbelasting. Als werkgever kan je de kosten wel onbelast aan de student vergoeden. Heb je parttime een werkstudent in dienst, overweeg dan eens of je een gedeelte van de beloning wilt omzetten in de vergoeding van studiekosten. Dit bespaart jou werkgeverspremies. Om latere discussies over al dan niet uitbetaald salaris te voorkomen, is het goed om alles vast te leggen in een studieovereenkomst.

Er is een klein nadeel; een lager inkomen kan leiden tot een lagere uitkering bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

Ik wil meer informatie ontvangen over dit onderwerp

Vul hier je naam in

Vul hier een geldig telefoonnummer in (Voorbeeld 0612345678, zonder spaties of tekens)

Ongeldige invoer

Opmerking (optioneel)

Martin Boekestijn

Martin Boekestijn

Adviseur
Deel dit artikel

Ik wil meer informatie ontvangen over dit onderwerp

Vul hier je naam in

Vul hier een geldig telefoonnummer in (Voorbeeld 0612345678, zonder spaties of tekens)

Ongeldige invoer

Opmerking (optioneel)