Verhuurd vastgoed en de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

Op de derde dinsdag van september publiceert het kabinet haar (financiële) plannen voor het komende jaar. Op die dag wordt onder andere het Belastingplan bekend gemaakt en daar kijk ik altijd weer naar uit. Dit jaar stond in het teken van rechtsherstel voor box 3 naar aanleiding van een baanbrekend arrest van de Hoge Raad op 24 december 2021, waarbij voor 2017 en 2018 is vastgesteld dat de heffing van box 3 in strijd is met internationale regels en moet worden vervangen door heffing over het werkelijke rendement indien dat lager is. Omdat de aandacht van de beleidsmaker uitgegaan is naar box 3 is, is een deel van de nieuwe wetgeving voor 2023 nog niet af. De inhoud van die nieuwe wetgeving is in het Belastingplan 2023 al wel op hoofdlijnen beschreven en aangekondigd.

Verhuurd vastgoed als beleggingsvermogen aangemerkt

Een aankondiging die ik graag in deze blog bespreek is dat het kabinet voortaan verhuurd vastgoed standaard als beleggingsvermogen wil aanmerken voor fiscale faciliteiten in de inkomstenbelasting en de erf- en schenkbelasting.

Bedrijfsopvolgingsregeling

De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is een faciliteit die al tijden onder druk staat. Als ondernemingen bij overlijden van een ondernemer of door middel van schenking tijdens het leven van de ondernemer overgaan naar kinderen, is voor de erf- en schenkbelasting onder voorwaarden sprake van een vrijwel volledige vrijstelling (alleen boven een waarde van ca € 1 miljoen wordt over 18% van de waarde uiteindelijk 20% erf- of schenkbelasting betaald, dus maximaal 3,6% heffing). Voor de inkomstenbelasting (box 2) geldt dat de heffing volledig wordt doorgeschoven naar de kinderen, waardoor de heffing een volledige generatie wordt opgeschoven.

De Belastingdienst laat al langere tijd horen de BOR veel te ruim te vinden, en wij merken in de praktijk dan ook een starre houding van de Belastingdienst. Opvallend genoeg staat in het Belastingplan 2023 geen fundamentele aanpassing van de BOR opgenomen. Ik vermoed dat de beleidsmakers het te druk hebben gehad met het rechtsherstel van box 3 om ook nog te kunnen komen tot een evenwichtige aanpassing van de BOR.

Verhuurd vastgoed

Veel voorkomende BOR-discussies gaan over de kwalificatie van verhuurd vastgoed. De Belastingdienst merkt verhuurd vastgoed steevast aan als beleggingsvermogen, zodat geen toegang bestaat tot de BOR voor dat vermogen. Inmiddels zijn meerdere rechterlijke uitspraken verschenen waarin dit standpunt door belastingplichtigen is betwist. In het algemeen kan worden gesteld dat in uitzonderlijke gevallen toch sprake kan zijn van ondernemingsvermogen bij verhuurd vastgoed, en dus toegang tot de BOR.

Beleggingsvermogen voor BOR

Het kabinet heeft nu aangekondigd dat ze in november 2022 komt met een voorstel om verhuurd vastgoed voortaan standaard aan te merken als beleggingsvermogen voor toepassing van de BOR. Het zal de Belastingdienst als muziek in de oren klinken en het scheelt ook rechtszaken. Dat betekent dat ondernemers die voldoen aan de voorwaarden vooralsnog gebruik kunnen maken van de BOR. Wel heeft het kabinet aangegeven nog in november 2022 te reageren op de evaluatie van de BOR die is uitgevoerd door het Centraal Planbureau (CPB). Het is dus nog even afwachten waar het kabinet later dit jaar mee gaat komen en hoe de toekomst van de BOR eruit gaat zien.

Ik wil meer informatie ontvangen over dit onderwerp

Vul hier je naam in

Vul hier een geldig telefoonnummer in (Voorbeeld 0612345678, zonder spaties of tekens)

Ongeldige invoer

Opmerking (optioneel)

Jan-Pieter Bood

Jan-Pieter Bood

Adviseur
Deel dit artikel

Ik wil meer informatie ontvangen over dit onderwerp

Vul hier je naam in

Vul hier een geldig telefoonnummer in (Voorbeeld 0612345678, zonder spaties of tekens)

Ongeldige invoer

Opmerking (optioneel)